DEPRESSIE - BEHANDELING

U kunt goed worden behandeld tegen een depressie. Het grootste deel van de behandelingen bij depressies werken goed. Bij een beginnende, lichte depressies, heeft u waarschijnlijk genoeg aan voorlichting en begeleiding door de huisarts of een praktijkondersteuner. Als de depressie na 3 maanden op die manier niet verbetert, is intensievere behandeling nodig. Meestal bestaat de behandeling van een depressie dan uit een combinatie van medicijnen en gesprekstherapie.

Behandeling met medicijnen
Antidepressiva zijn de belangrijkste medicijnen die bij de behandeling van de depressie worden gebruikt. Bij meer dan de helt van de patiënten leiden antidepressiva tot een grote vermindering van hun depressie. Het effect van de antidepressiva is groter als de depressie ernstiger is.
Er zijn veel soorten antidepressiva, die onderling vooral verschillen in mogelijke bijwerkingen. Meer informatie over behandeling met medicatie bij depressie leest u hier.

De medicijnen werken meestal niet meteen. Het duurt meestal 2 tot 4 weken voor de depressieve symptomen verminderen. Als een behandeling met een antidepressivum succes heeft, adviseren artsen meestal om het middel 6 maanden tot een jaar te gebruiken. Als bij u depressies telkens terug komen, is het zelfs verstandig om het middel nog langer te gebruiken. U kunt niet verslaafd worden aan antidepressiva, dus is het veilig om de medicijnen langere tijd te gebruiken.

Bijwerkingen van medicijnen
Antidepressiva hebben, net als andere medicijnen, ook bijwerkingen. Als u begint met slikken, krijgt u helaas eerst last van de bijwerkingen voordat de depressie minder wordt. De belangrijkste bijwerkingen, die overigens per middel kunnen verschillen, zijn:

  • Hartkloppingen
  • Duizeligheid
  • Droge mond
  • Wazig zien
  • Sufheid, slaperigheid
  • Moeite met plassen of poepen
  • Misselijkheid/diarree
  • Hoofdpijn
  • Minder zin in seks.


Deze bijwerkingen komen niet allemaal tegelijk voor, en ook niet bij iedereen. Ze kunnen ook tijdelijk zijn. Dan worden de bijwerkingen minder, of verdwijnen, terwijl u wel het medicijn blijft gebruiken. Alle bijwerkingen verdwijnen als u stopt met het medicijn.

Kalmeringsmiddelen en slaapmiddelen voor tijdelijke steun
Naast antidepressiva kan de arts u soms voor een korte periode kalmeringsmiddelen (anti angstmiddelen) of slaapmiddelen voorschrijven. Deze middelen helpen niet tegen de sombere stemming. Ze dienen als een extra steuntje tegen de angsten, spanning, onrust en slapeloosheid die bij een depressie horen. Met het kalmeringsmiddel of slaapmiddel kunt u makkelijker de periode doorkomen totdat de antidepressiva beginnen te werken.

Door kalmeringsmiddelen wordt u suf en uw spieren slapper. Het belangrijkste nadeel van deze middelen is dat als u de langer gebruikt, u eraan gewend raakt. Dan werken de middelen minder goed, en heeft u er steeds meer van nodig om hetzelfde effect te bereiken. Daarom mag u dit soort middelen maar korte tijd slikken.

Lithium en andere medicijnen voor als de antidepressiva niet werken
Als u een ernstige depressies heeft en niet goed reageert op antidepressiva, kan de arts nog andere medicijnen geven, zoals lithium.

Meestal wordt lithium voorgeschreven om na herstel van de depressie een nieuwe sombere periode te voorkómen. Het ‘instellen’ van uw lichaam op lithium moet heel nauwkeurig gebeuren. Lithium werkt namelijk pas als de goede hoeveelheid van het middel in het bloed van de patiënt voorkomt. U moet hier dus goed bij worden begeleid door uw psychiater, en uw bloed moet regelmatig worden gecontroleerd. Soms duurt het een tijd voor het middel begint te werken. De meest voorkomende bijwerkingen van lithium zijn veel dorst hebben, veel plassen, zwaarder worden, een opgeblazen gevoel in de maag hebben en trillen.

Gesprekstherapie: met iemand er over praten
Als u somber ben, is het goed om over die gevoelens te praten met iemand uit uw eigen omgeving. Maar misschien heeft u niet iemand met wie u goed kunt praten, of u wilt niemand ermee lastig vallen. Soms ook leidt praten alleen maar tot herhalen van problemen zonder dat iets oplost. Een paar eenvoudige gesprekken met een behandelaar kan dan al helpen. Uw huisarts kan u hiervoor doorverwijzen. Soms is een meer systematische vorm van gesprekstherapie nodig. De meest voorkomende therapievormen zijn deze drie:

  • Bij psychotherapie heeft u regelmatig gesprekken met een deskundige: een psycholoog/psychotherapeut of psychiater. In deze gesprekken bespreekt u samen de psychische en sociale oorzaken van de depressie.
  • Cognitieve gedragstherapie is een andere vorm van therapie. Bij deze therapie onderzoekt u of u anders met klachten en negatieve gedachten om kan gaan. Ook wordt gekeken hoe u toch weer activiteiten kan oppakken.
  • Bij interpersoonlijke therapie richt u uw aandacht op de rol van relaties die u met anderen heeft. Soms is het nodig te bekijken hoe iemand in elkaar zit en welke patronen veranderd kunnen worden.


Meer dan de helft van depressieve patiënten heeft veel minder last van depressie dankzij deze vormen van therapie.

Andere vormen van behandeling

  • Bij bibliotherapie leest u zelf veel over depressie. Daardoor krijgt u meer inzicht in wat er met u aan de hand is, en wat eraan te doen is. Dit blijkt een goede start voor verbetering te zijn. Deze wordt toegepast bij lichte tot matige depressie. Het is een vorm van zelfhulp.
  • Running therapie: regelmatig hardlopen, of andere vormen van sporten (wandelen, fietsen), kan een positief effect hebben op de depressieve klachten.
  • Lichttherapie wordt vooral toegepast bij winterdepressie, die vaak ontstaat als u te weinig daglicht krijgt. Bij lichttherapie, zit u 5 dagen lang een half uur – 2 uur per dag behandeld voor een speciale, sterke lamp. U kunt het best aan deze therapie beginnen voordat uw klachten beginnen.
  • Elektroconvulsietherapie, afgekort ECT, is een vorm van behandeling die bij ernstige depressies kan worden toegepast, meestal als andere behandelingen niet (voldoende) hebben opgeleverd. Op de website van de NVvP leest u onder ECT hoe deze behandeling werkt.
  • Zelfmedicatie: bij mildere vorm van depressie kan sint-janskruid helpen. Echter opgelet: ook hierbij kunnen bijwerkingen optreden en de werking van andere medicijnen kan erdoor beïnvloed worden. Meld het gebruik van dergelijke middelen daarom altijd bij uw arts.