ELEKTROCONVULSIETHERAPIE (ECT) - VOOR WIE?

Voor welke groepen patiënten is ECT een geschikte behandelmethode?
De eerste en meest voorkomende categorie patiënten die voor deze behandeling in aanmerking komt, zijn mensen die een ernstige depressie hebben, en die niet (voldoende) reageren op behandeling met medicijnen. Bij ernstige depressie wordt behandeling met ECT overwogen als de gewone behandelingen niet helpen, of teveel bijwerkingen geven. Het kan voorkomen dat mensen bepaalde medicijnen niet kunnen verdragen. Dit is het geval bij sommige vormen van hartlijden, bij oudere patiënten, of bij zwangerschap. In dat geval kan ECT een veilig alternatief zijn.

Omdat ECT in tegenstelling tot behandeling met medicijnen een snel effect heeft, wordt in gevallen waar niet langer kan worden afgewacht, soms de beslissing genomen, de medicijnen 'over te slaan'. Dit kan het geval zijn in (levens)bedreigende situaties, bij mensen die in een slechte lichamelijke conditie zijn.

Ook op andere, zeer ernstige psychiatrische ziektebeelden kan ECT een goed effect hebben. Een voorbeeld daarvan is de manische psychose bij patiënten die lijden aan een bipolaire stoornis. Ook hierbij geldt dat ECT effectief kan zijn als medicijnen niet voldoende werken. In zeldzame gevallen kan ECT worden toegepast bij schizofrenie.

Wanneer geen ECT?
Sommige lichamelijke aandoeningen kunnen een verhoogd risico geven op complicaties bij ECT. Indien goed behandeld, hoeven deze aandoeningen geen belemmering te zijn voor de toepassing van ECT. Er is een verhoogd risico op complicaties kort na een hartinfarct, bij ernstige hoge bloeddruk, bij stoornissen in de bloedstolling en bij bepaalde longziekten. Sommige oogziekten (aanleg voor netvliesloslating, verhoogde oogboldruk) en ook neurologische aandoeningen in het hoofd, bijvoorbeeld hersenbloeding of hersentumor, kunnen een reden zijn om geen ECT toe te passen.