DELIER - SYMPTOMEN

Let op: Deze pagina's bevatten verouderde informatie. De NVvP werkt momenteel aan nieuwe content.


Een delier ontstaat vrij plotseling, vaak binnen enkele uren tot dagen. Hoe erg het delier is, wisselt over de dag. ’s Avonds en ’s nachts zijn de verschijnselen erger. Mensen met een delier slapen niet goed. Overdag kunnen de verschijnselen verminderen of zelfs helemaal verdwenen zijn. Vaak weet men overdag dan niet meer wat men de voorgaande nacht heeft beleefd of gedaan.

Hoe een delier verloopt hangt af van de oorzaak ervan, en dan vooral van de oorzaken die het delier uitlokken. Zijn dat tijdelijke oorzaken, dan gaat het delier ook voorbij. Dat is meestal het geval. Als het delier is uitgelokt door een hersenbeschadiging, dan kan het langer duren voordat het delier over is. En soms herstelt iemand er dan niet helemaal meer van.

Wat merkt u als uw naaste verward is?

  • Iemand met een delier is afwisselend helder en suf. Het kan zijn dat u net op bezoek komt als de patiënt wel helder is. Dan merkt u niets. Als hij niet helder is kost het moeite contact met hem te maken. Hij kan zomaar in slaap vallen tijdens het gesprek, of juist heel opgewonden en wakker zijn.
  • Hij reageert niet goed op wat u zegt, begint soms heel ergens anders over en is daarin voor u niet goed te volgen. Hij is niet altijd even duidelijk te verstaan.
  • Hij gedraagt zich heel anders dan u van hem gewend bent, zegt of doet dingen, die hij normaal nooit zou zeggen of doen. Hij weet niet meer waar hij is en wat hij daar doet. Soms herkent hij u niet, of ziet u aan voor iemand anders. Hij reageert op dingen die u niet ziet. Hij zit in een heel ander werkelijkheid dan die van u, alsof hij in een nachtmerrie zit. Dat maakt soms dat hij wild om zich heen slaat om denkbeeldige belagers van zich af te slaan. Hij kan erg angstig zijn, zelfs verbijsterd overkomen. Hij friemelt vaak aan de dekens.


Minder bewustzijn
Mensen met een delier zijn niet helder van geest, ze zijn verward. Ze slapen niet, maar lijken toch ook niet helemaal wakker: hun bewustzijn is gedaald. Het lijkt alsof ze dromen, terwijl ze niet slapen. Toch zijn ze moeilijk uit de droom te helpen. De dromen kunnen nachtmerrieachtig zijn, waardoor ze angstig en onrustig zijn. Soms echter zijn delirante mensen juist heel erg rustig, liggen wat voor zich uit te doezelen in bed.

Informatie blijft niet hangen
Mensen met een delier zijn vergeetachtig: aangeboden informatie blijft niet hangen en moet keer op keer worden herhaald. Ze kunnen niet logisch denken. Een normaal gesprek met hen voeren is vaak niet mogelijk. Het is moeilijk om tot ze door te dringen. Als het toch even lukt, dan dwaalt hun aandacht al snel weer af.

Waanideeën en heftige emoties
Mensen met een delier leven in een andere werkelijkheid. Ze weten niet meer waar ze zijn en wanen zich soms heel ergens anders. Soms zijn deze waanideeën terug te voeren op vroegere belevenissen. Ze weten daardoor vaak niet meer wat voor dag het is of in welk jaar ze leven. Ze zien de mensen om zich heen soms aan voor heel andere personen. Ze zien vaak dingen die anderen niet zien en reageren daar soms ook op: ze hallucineren. De emoties kunnen erg wisselen en hoog oplopen. Zij gedragen zich vaak heel anders dan men van ze gewend is, en soms zelfs ongepast, bijvoorbeeld erg vrijpostig of zelfs agressief gedrag.

Onbegrip over infusen
Mensen met een delier kunnen ze zichzelf schade toebrengen. Doordat ze in de war zijn, weten ze bijvoorbeeld niet meer dat ze in bed moeten blijven, of snappen niet dat dat draadje in hun arm een infuus is dat er in hoort te blijven zitten. Ze friemelen aan de lijnen aan hun lijf die ze niet begrijpen; behalve infusen ook neussondes, urinekatheters en beademingsbuizen.