EETSTOORNIS - TIPS

Let op: Deze pagina's bevatten verouderde informatie. De NVvP werkt momenteel aan nieuwe content.

Tips voor anorexia nervosa patiënten

  • De belangrijkste tip is: erken dat je een ernstig eetprobleem hebt  en accepteer professionele hulp.
  • Houd zelf een eetdagboek bij. Noteer hierin wat je hebt gegeten en gedronken en ook wanneer je een maaltijd hebt overgeslagen. In je dagboek kun je ook beschrijven wat je dacht en hoe je je voelde tijdens het eten (of niet eten); dit kun je bespreken met je hulpverlener.
  • Eet drie maaltijden per dag en eet ook dingen uit het vuistje en tussendoortjes.
  • Beperk niet het aantal calorieën. Beperk desgewenst fruit en groenten, omdat de vezels die daarin zitten maken dat je maag langzamer leeg wordt. Daardoor kun je een opgeblazen gevoel krijgen.
  • Drink niet te veel dranken waar cafeïne in zit (zoals koffie encola), omdat die stof je normale eetlust kan verstoren.
  • Lees een boek of laat je informeren over de ernstige lichamelijke gevolgen van anorexia nervosa


Tips voor bulimia nervosa patiënten

  • Bespreek met (voor jou belangrijke) anderen dat je een ernstig eetprobleem hebt. Je schaamte erover en het verbergen van je eetgedrag belemmeren het oplossen van je problemen.
  • Braken en laxeren zijn veel schadelijker voor je gezondheid dan vreetbuien. Zij kunnen (door kaliumverlies) zelfs leiden tot levensgevaarlijke hartritmestoornissen.
  • Laxeermiddelen en plaspillen leiden niet tot calorieverlies. Het gewicht dat je ermee kwijtraakt, is alleen maar een tijdelijk gevolg van vochtverlies. Met braken kun je weliswaar wat van de genuttigde calorieën kwijtraken, maar je bereikt er nooit een stabiel gewichtsverlies mee.
  • Houd zelf een eetdagboek bij. Noteer hierin je vreetbuien. Wees in ieder geval eerlijk tegen je dagboek. Om met behulp van je dagboek greep te krijgen op je eetgedrag is het belangrijk op te schrijven wat er vooraf ging aan de vreetbui. In je dagboek kun je ook beschrijven wat je dacht en hoe je je voelde tijdens de vreetbui of het overslaan van een maaltijd; dit kun je bespreken met je hulpverlener.
  • Eet drie maaltijden per dag in plaats van meerdere kleinere maaltijden. Meestal wordt het aantal vreetbuien minder als je niet voortdurend met voedsel in aanraking komt.
  • Zorg er voor dat je per maaltijd verschillende soorten voedsel eet, met name ook koolhydraatrijk voedsel. Gebruik bij elke maaltijd ook voedsel met een laag aantal calorieën, zoals groente, soep, sla en/of fruit. Zo duurt je maaltijd langer.
  • Eet voedsel waarbij je een mes, vork of lepel nodig hebt in plaats  van eten uit het vuistje. Zo doe je langer over het eten en heb je  eerder het idee dat je verzadigd bent.
  • Vermijd voedsel dat je aan vreetbuien doet denken. Later kun je het wel weer met mate toevoegen, maar begin met volwaardige  voedingsmiddelen die toch lekker zijn en iets ‘snoeperigs’ hebben.