PERSOONLIJKHEIDSSTOORNIS-DIAGNOSE

Hoe ontstaat een persoonlijkheidsstoornis?

Een persoonlijkheidsstoornis ontstaat niet plotseling. Daar gaat altijd heel wat aan vooraf. Vaak bestaan er langer problemen, maar is het nog niet zo duidelijk dat ze een stoornis gaan worden. Soms zijn bepaalde verschijnselen al heel herkenbaar vanaf iemands (vroege) jeugd. Een voorbeeld hiervan is een klein kind dat al erg verlegen is. Het kind legt op school moeilijk contact, wordt daardoor onzeker en heeft weinig zelfvertrouwen. Een ander voorbeeld: iemand heeft problemen met leren en steeds conflicten met leraren. Hij gaat daardoor af en toe spijbelen en krijgt flinke ruzies met de ouders.

Vooral op jongvolwassen leeftijd worden de problemen dan groter of meer zichtbaar. Dan gaan mensen studeren, samenwonen, of op zich zelf wonen. Ze moeten meer zelfstandig zijn. Dan wordt bijvoorbeeld ineens meer duidelijk dat iemand niet flexibel kan reageren en kan omgaan met alle eisen die het dagelijkse leven aan mensen stelt. Dan blijken die problemen al langer te bestaan en kunnen ze niet makkelijk worden opgelost. De problemen richten zich niet op één onderwerp: bij een persoonlijkheidsstoornis heeft iemand problemen op verschillende terreinen en in verschillende omstandigheden.

Het komt nogal eens voor dat iemand zich met psychische klachten (bijvoorbeeld een depressie of een verslaving) aanmeldt bij een psycholoog of psychiater. Pas later blijkt dan dat die klachten niet op zichzelf staan, maar veroorzaakt worden door een persoonlijkheidsstoornis.

Persoonlijkheidsstoornis: langere tijd problemen met denken, voelen en gedrag
De belangrijkste problemen bij een persoonlijkheidsstoornis zijn dat gedachten, gevoelens en gedrag verstoord zijn. Bijvoorbeeld:

  • Denken: ‘Ik denk altijd zo zwart-wit; ‘Ik vertrouw anderen heel moeilijk’.
  • Voelen: ‘Ik voel me vaak niet serieus genomen’; ‘Ik voel me zo afhankelijk van anderen’.
  • Gedrag: ‘Bij mij moet alles meer dan perfect’; ‘Ik heb terugkerende conflicten met mijn omgeving’.


Het is niet eenvoudig om vast te stellen of u een persoonlijkheidsstoornis heeft
Persoonlijkheidsstoornissen worden aan de ene kant vaak door artsen over het hoofd worden gezien. Aan de andere kant worden ze in de samenleving soms te snel worden toegedicht aan mensen die zich “raar” gedragen. Alleen een deskundige, zoals een psychiater, kan vaststellen of u een persoonlijkheidsstoornis heeft. Deze doet daar eerst onderzoek naar bij u. Hij onderzoekt hoe u over zichzelf denkt en hoe anderen over u denken. Daarbij gebruikt hij vragenlijsten, die bijvoorbeeld meten of u heel teruggetrokken of open bent, en hoe u omgaat met moeilijke situaties.

Hoe verloopt een persoonlijkheidsstoornis?
Er zijn veel verschillende soorten persoonlijkheidsstoornissen. Ze verlopen daardoor ook allemaal verschillend. Sommige onderdelen van de stoornis kunnen veranderen door een goede behandeling. Andere onderdelen gaan bijna niet over, zoals gevoeligheid voor emoties. Een aantal stoornissen duurt lang en is ernstig. Zo komt poging tot zelfmoord bij sommige stoornissen regelmatig voor. Bij andere stoornissen krijgt de patiënt in de loop der tijd steeds minder klachten.

Na ongeveer het dertigste á veertigste levensjaar gaat het met patiënten met bepaalde stoornissen veel beter. Ze hebben beter met hun eigenschappen leren omgaan en de scherpe kantjes gaan er van af. Vaak blijft iemand nog wel kwetsvaar ervoor. Daar moet je dan ‘mee leren leven’.
Op oudere leeftijd kunnen bepaalde persoonlijkheidstrekken soms ineens weer terugkomen.