DEMENTIE- OORZAKEN

Let op: Deze pagina's bevatten verouderde informatie. De NVvP werkt momenteel aan nieuwe content.


Dementie is de uiting van een stoornis in de hersenen. Er zijn vele verschillende ziekten die dementie kunnen veroorzaken. De belangrijkste is de ziekte van Alzheimer, die verantwoordelijk is voor 50-60% van alle gevallen van dementie. Bij de ziekte van Alzheimer gaan hersencellen te gronde, de oorzaak hiervan is nog niet goed bekend. Waarschijnlijk raken de hersencellen beschadigd door een stofwisselingsstoornis van een eiwit, waardoor neerslagen (plaques geheten) in het hersenweefsel worden gevormd. De ziekte begint geleidelijk, waarna een langzame verdere achteruitgang volgt. Meestal begint de ziekte van Alzheimer na het 70e jaar. Bij deze vorm is de rol van erfelijke factoren nog niet zo duidelijk. Soms begint de ziekte echter al voor het 50e jaar. Bij deze vroege vorm lijkt een erfelijke factor wel een duidelijke rol te spelen. Dit betekent niet dat alle familieleden dement zullen worden, maar wel dat de eerstegraads familieleden (kinderen, broers en zusters) een grotere kans op dementie hebben.

De tweede belangrijke vorm is dementie ten gevolge van stoornissen in de bloedtoevoer naar de hersenen. Hierbij gaat het meestal om dementie ten gevolge van de afsluiting van meerdere kleine of grote bloedvaten in de hersenen, de zogenaamde multi-infarct dementie. De verschijnselen verschillen overigens meestal niet van die bij de ziekte van Alzheimer. Beide kunnen ook samen voorkomen.

De derde vorm is de Lewy Body dementie. Bij deze vorm van dementie blijft het geheugen in het begin vaak normaal werken. Wel kan verminderde aandacht bestaan, zien patiënten dingen die er niet zijn (hallucinaties), of kunnen verschijnselen vertonen die lijken op de ziekte van Parkinson. De klachten kunnen sterk wisselen, soms zelfs van uur tot uur.