DEMENTIE- TIPS

Let op: Deze pagina's bevatten verouderde informatie. De NVvP werkt momenteel aan nieuwe content.

  • In het beginstadium van dementie weten mensen dit vaak goed te verbergen en bijvoorbeeld de gaten in het geheugen op te vullen met verzinsels. Zowel van de achteruitgang zelf, als van de uitvluchten, is de patiënt zich vaak niet bewust. Het is belangrijk te beseffen dat er geen sprake is van pesterij of ‘ondeugendheid’.
  • De dagelijkse zorg voor een dementerende is een moeilijke opgave. Het kan vele gevoelens oproepen, zoals boosheid, angst, verdriet, machteloosheid, schuld of schaamte. Probeer uw gevoelens niet weg te stoppen, maar praat erover met anderen. Zorg dat u er niet alleen voor staat. Durf tijd voor uzelf te nemen, geef niet alle contacten en hobby’s op.
  • Geduld, begrip en aanpassing zijn de belangrijkste elementen. Er bestaat echter niet zoiets als één goede benadering die bij iedereen werkt.
  • Probeer het leven voor de dementerende zo vertrouwd mogelijk te maken met bekende, dierbare voorwerpen, foto’s, muziek e.d.
  • Regelmaat, een vaste dagindeling en omgeving geven houvast.
  • Vermijd teveel drukte in huis.
  • Gebruik eenvoudige, duidelijke taal.
  • Uitleg over wat u doet, of wat er gebeurt. Zeg bijvoorbeeld ‘kijk, daar komt je broer Jan op bezoek’.
  • Probeer een ‘examensfeer’ te voorkomen. Zeg bijvoorbeeld niet ‘wie is die man die nu op bezoek komt?’
  • Betrek de patiënt bij de dagelijkse dingen. Eis niet teveel, maar moedig hem of haar aan eenvoudige dingen die hij of zij nog leuk vindt te blijven doen, zelfs al gaat het niet meer zo goed als vroeger.
  • Neem niet te snel iets over, maar help hem of haar net zoveel als nodig is om hem/haar zelfstandig de taak te laten volbrengen.
  • Blijf niet stimuleren wat hij/zij niet meer kan.
  • Confronteren met fouten, zelfs al gaat het over het feit dat vader of moeder allang zijn overleden, heeft weinig zin en kan iemand zelfs nog angstiger of somberder maken.
  • Beschuldigingen kunt u beter negeren, of zelfs een eindje mee praten om zo iemand langzaam af te leiden.
  • Vermijdt welles-nietes discussies.
  • Ga niet zozeer in op wat er feitelijk gezegd wordt, maar probeer het gevoel achter de mededeling te begrijpen. Bijvoorbeeld: ‘wat naar dat u de werkster niet meer vertrouwt sinds uw zilveren theelepeltjes kwijt zijn’.
  • Boos worden heeft weinig zin en heeft vaak het effect dat de dementerende angstig, verdrietig of boos zal worden.
  • Behandel een dementerende niet als een kind, maar als een volwassene.
  • Goede, normale voeding en hygiëne zijn van groot belang. Van geen van de alternatieve (vaak dure!) voedingssupplementen of vitaminepreparaten is echter een effect op dementie aangetoond.
  • Lichamelijk contact tenslotte, een zoen of een arm om de schouder, kan meer doen dan vele woorden.