_Header Decennium 5

1911 - Die Irren

Het toenemend belang dat gehecht werd aan introspectie en subjectiviteit in de psychiatrie van de eerste decennia van de 20ste eeuw werd in de kunst weerspiegeld door de opkomst van het expressionisme. Deze stroming kenmerkte zich door ambivalentie t.o.v. moderniteit, de stad en het moderne leven (vgl. Freud’s Civilization and its Discontents), prioritering van subjectiviteit, een fascinatie met het naakte lichaam en primaire emoties, emotioneel geladen portrettering, en, na 1914, de noodzaak de verwoestende ervaring van de Eerste Wereldoorlog te confronteren.

Met hoekige en verwrongen afbeeldingen poogden de kunstenaars uitdrukking te geven aan zaken waar geen woorden voor waren. Waanzin, krankzinnigheid en het leven in het gesticht waren logische onderwerpen voor de Expressionisten, en zowel het pessimisme van (en verzet tegen) de hereditaire degeneratietheorie als de gelaagdheid en het mysterie van het onbewuste in de psychoanalyse vonden hun weg naar het doek.

Der Verruckte door Erich Heckel.jpgDer Verruckte
Erich Heckel 

1911 - Dementia praecox, oder Gruppe der Schizophrenien

Toen Bleuler in 1898 werd aangesteld als directeur van de Burghölzli, was hij al een bewonderaar van het werk van Freud. Hij prees de Studien über Hysterie en schreef in een recensie van de Traumdeutung dat Freud ons ‘een deel van een nieuwe wereld’ had laten zien. Freud verheugde zich zeer in deze steun van een gerespecteerd, mainstream hoogleraar. Het was Bleuler die Jung liet kennismaken met het werk van Freud, en samen werkten ze jaren samen aan het toepassen van psychoanalytische ideeën bij psychose, onder andere via de door Jung ontworpen woord-associatie test (zie vorige aflevering).

Ze namen afstand van beloop als essentieel kenmerk van psychose, ten faveure van hun theorie van mentale ‘complexen’ met een autonome kracht die het functioneren van het ego-complex ondermijnden.

Dementia Praecox oder Gruppe der Schizophrenien.JPG

Dementia praecox,
oder Gruppe der Schizophrenien

1912 - De psychoanalyse ter discussie

Hoe verging het de psychoanalyse in Nederland? In de vorige aflevering werd al het Internationale Congres in Amsterdam (1907) aangehaald, waar Jung de psychoanalyse mocht verdedigen, en steun kreeg van Zwitserse en Duitse collega’s (Frank en Gross).

Opvallend was daarbij dat de aanvallen op de psychoanalyse niet kwamen uit de hoek van de ‘medisch materialisten’ (in de neurologische lijn van Winkler), maar vanuit Duitse en Franse collega’s die alternatieve psychologische verklaringen aantrekkelijker vonden. Er was toen dus al sprake van een meer inclusieve en pluralistische kijk op geestesziekte, waarbij biologie en psychologie naaste elkaar konden bestaan. Dit betekende geenszins dat alles mocht, zoals moge blijken uit commentaren in de discussies rond psychoanalyse.

Charles_Arthur_Mercier.pngCharles Arthur Mercier

1913 - Allgemeine Psychopathologie

Het magnum opus van Karl Jaspers wordt met recht beschouwd als één van de meest invloedrijke werken in de geschiedenis van de psychiatrie. Zijn poging om orde te scheppen in de panoplie van mentale fenomenen door rigoureuze beschrijving, definitie, en classificatie gaf de psychiatrie gereedschap om ontregelde menselijke subjectiviteit te begrijpen, en de descriptieve fenomenologie die daaruit voortkwam diende als basis voor ons perspectief op psychopathologie tot op de dag van vandaag.

Karl_Jaspers_1910.jpgKarl Jaspers

1913 - Psychology as the Behaviorist Views It

Op 24 februari 1913 gaf John Broadus Watson een lezing aan Columbia University getiteld ‘Psychology as the Behaviorist Views It.” Dit college zou bekend worden als de ‘behaviorist manifesto’ en Watson zelf als de vader van het behaviorisme. In zijn lezing leverde Watson bijtende kritiek op de gangbare definitie van psychologie als wetenschap van de geest en het bewustzijn. Hiermee plaatste de psychologie zich buiten de wetenschap, betoogde hij, en het kon deze positie slechts terugwinnen door zich te positioneren als een puur objectieve, experimentele tak van de natuurwetenschap, met als doel niet het begrip van de geest maar het voorspellen en controleren van gedrag.

Hij wees ‘esoterische’ introspectie en de toets van het subjectieve bewustzijn af als interpretatieve standaard, en spoorde psychologen aan om gedrag als hun object van analyse te gebruiken.

John-B-Watson.jpgJohn B. Watson

1914 - De geschiedenis van de psychoanalyse (volgens Freud)

Geschiedenis, zo leren we, wordt geschreven door de overwinnaars. In 1914 publiceerde Freud "Zur Geschichte der psychoanalytischen Bewegung in het Jahrbuch der Psychoanalyse" (Brill vertaalde het in 1917), zijn versie van het ontstaan van de psychoanalyse. “Psychoanalyse is mijn schepping. Tien jaar lang was ik de enige die zich ermee bezighield, en alle irritatie over dit nieuw onderwerp die bij mijn tijdgenoten is ontstaan is over mij heen gegooid in de vorm van kritiek. Zelfs vandaag, terwijl ik niet meer de enige psychoanalyticus ben, voel ik mij gerechtvaardigd om aan te nemen dat niemand beter dan ik kan weten wat psychoanalyse is, waarin het verschilt van andere methoden van het onderzoeken van het psychisch leven, welke gebied het zou moeten bestrijken, of dat het beter als iets anders aangeduid zou moeten worden.”

1914d_1924_0000.jpg

Zur Geschichte der psychoanalytischen Bewegung

1914 - Mental Cases

Op 28 juli 1914 stortte de wereld zich in waanzin. De aanslag op Franz Ferdinand leidde tot een oorlogsverklaring die algauw het Europese continent betrok bij een oorlog, die in de woorden van de Duitse Kaiser, voor de Kerst over zou zijn. Miljoenen stierven, nog veel meer liepen verschrikkelijke verwondingen op. De moderne oorlog werd met tanks, machinegeweren en bajonetten gevoerd, later met gas. Honderden levens werden geofferd voor een paar meter land, die met dezelfde kost weer prijsgegeven werd. Ontsnappen was onmogelijk, wie deserteerde werd als lafaard en verrader doodgeschoten. Algauw leverde deze helse realiteit een onverwacht probleem op voor de generaals: de effecten op de geestelijke gezondheid van hun soldaten.

Wilfred Owen.jpgWilfred Owen

1916 - Vernieuwingen in de krankzinnigenzorg

In 1916 vonden twee belangrijke vernieuwingen plaats: gestichtsopname op basis van medische indicatie werd mogelijk, en de eerste extramurale voorziening voor geestes- en zenuwzieken werd geopend, in de vorm van het gemeentelijke consultatiebureau in Amsterdam. De invoering van de aangewezen of sanatoriumafdeling betekende dat voor opname geen rechterlijke machtiging was vereist. Patiënten bleven daarmee gevrijwaard van het (juridisch) etiket ‘krankzinnig’, terwijl psychiaters voor opname niet afhankelijk waren van de rechter.

download (1).jpgSanatorium voor drankzuchtigen Hoog-Hullen

1916 - Een Amerikaanse enquête over sterilisatie

In de vorige afleveringen werd al gewag gemaakt van de overbevolking en daarmee samenhangende verslechtering van de condities in de gestichten. Industrialisering en verstedelijking verhoogden de druk alleen maar, en leidden tot toenemende druk naar preventieve maatregelen, waarvan de mentale hygiëne beweging een voorbeeld was.

In Nederland nam aan het einde van de 19e eeuw de politieke invloed van links-liberalen, confessionele en socialisten toe, die armoede, ziekte en gebrek meer als sociale problemen van een moderniserende maatschappij zagen i.p.v. als individuele problemen voortkomend uit morele tekorten. De noodzaak van een actievere overheid bij onderwijs, arbeid, huisvesting en gezondheid werd breder geaccepteerd, wat weerspiegeld werd in sociale wetgeving.

220px-John_Randolph_Haynes.png

John Randolph Haynes

1920 - Das Kabinett des dr. Caligari

Duitsland was na de Eerste Wereldoorlog een gebroken, getraumatiseerd land. 4 Miljoen Duitsers waren gestorven tijdens de oorlog, meer dan een half miljoen stieren van hongersnood na de oorlog. Het had volgens de overwinnaars de Alleinschuld aan de oorlog, werd veroordeeld tot het betalen van torenhoge herstelbetalingen en verloor een zevende van het grondgebied. Binnenlands braken opstanden en muiterij uit en dreigde burgeroorlog. De keizer trad af en vroeg in Nederland asiel aan. Onder een onrustige gesternte werden in januari 1919 voor het eerst vrije verkiezingen gehouden, waarna de Weimar Republiek een feit werd.

In deze tijd waarin het Duitse volk neerslachtig inwaarts keerde zag de eerste Duitse Expressionistische film, das Kabinett des dr. Caligari, het licht.

Das Kabinett des dr. Caligari