Onder elektroconvulsietherapie (ECT) wordt in Nederland verstaan: het opwekken van een convulsie onder algehele anesthesie (zowel narcose als spierverslapping). Het opwekken van deze convulsie gebeurt door middel van het toedienen van een pulsstroomvan 0,8 tot 0,9 ampère gedurende enkele seconden. ECT-behandeling wordt meestal gegeven in een kuur met een frequentie van twee keer per week. Bij sommige indicaties is dat frequenter.

De belangrijkste indicatie voor ECT in Nederland is de medicatieresistente depressie; meerdere antidepressiva hebben dan niet of niet voldoende gewerkt. Een depressie zonder medicatieresistentie kan ook met ECT worden behandeld. Andere indicaties zijn schizofrenie of een manie die niet of onvoldoende reageert op medicatie. Minder frequent worden met ECT behandeld: de schizoaffectieve stoornis, katatonie, het neuroleptisch maligne syndroom, de ziekte van Parkinson en het delier.

Sinds enkele jaren worden gegevens over ECT-behandeling in Nederland centraal geregistreerd.