3 feb 2022

NVvP onderdeel van brede coalitie die reageert op Besluit zorg en dwang

Samen met 18 organisaties vanuit de GGZ, de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg heeft de NVvP deze week gereageerd op de internetconsultatie van het Besluit uitbreiding gelijkgestelde aandoeningen.

Dit besluit bepaalt welke ziekten en aandoeningen gelijkgesteld worden met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, en dus waarvoor de Wet zorg en dwang (Wzd) van toepassing kan zijn. Het doel van het besluit is om de personen voor wie verplichte zorg noodzakelijk is, onder het wettelijke regime te brengen dat het beste past bij hun zorgbehoefte.

Zorgbehoefte centraal

In deze consultatieversie wordt het oorspronkelijke Besluit van april 2020 uitgebreid met twee diagnoses, namelijk 1) chronische psychische stoornissen waarbij sprake is van gerontopsychiatrische problematiek en 2) autismespectrumstoornissen. De uitbreiding van dit besluit is een stapje in de verbetering in de praktijk, waardoor patiënten met deze gelijkgestelde aandoeningen de voor hen passende zorg kunnen krijgen.

De doelstelling ‘personen onder het best passende wettelijke regime te brengen’ wordt echter volledig bereikt, wanneer we niet alleen kijken naar de specifieke diagnose van personen, maar naar hun zorgbehoefte. Iemand met een psychische stoornis kan dan, ongeacht de diagnose, op basis van een verklaring van een ter zake kundige arts, onder het regime van de Wzd gebracht worden, mits is voldaan aan de volgende criteria:       

1) de cliënt ondervindt dezelfde gedragsproblemen of regieverlies als cliënten met een pg-aandoening of verstandelijke beperking;

2) de cliënt heeft hierdoor behoefte heeft aan zorg die vergelijkbaar is met de zorg die cliënten met een pg-aandoening of verstandelijke beperking nodig hebben;

3) de gedragsproblemen leiden of het regieverlies leidt tot ernstig nadeel.

Als onderdeel van de brede coalitie, roept de NVvP daarom op tot aanpassing van het Besluit, waarin niet de diagnose maar de zorgbehoefte van de cliënt bepalend is voor de vraag of hij onder de Wzd gebracht kan worden.

Betrokkenheid tweede arts bij opstellen verklaring

Een andere wijziging van het Besluit behelst de werkwijze bij het opstellen van de verklaring waarin wordt vastgesteld dat een cliënt een gelijkgestelde aandoening heeft en dus de Wzd op hem van toepassing is. In het Besluit wordt bepaald dat de ter zake kundige arts die de verklaring opstelt, deze moet afstemmen met een ter zake kundige arts van een andere discipline. Er zijn dan dus twee ter zake kundige artsen van verschillende disciplines bij het opstellen van de verklaring betrokken. De veldpartijen zijn het niet eens met deze bepaling, o.a. omdat de Wvggz al voorziet in zorgvuldige besluitvorming. We pleiten ervoor om het Besluit op dit punt ongewijzigd te laten, zodat één ter zake kundige arts de verklaring kan opstellen waarin wordt vastgesteld dat de cliënt een gelijkgestelde aandoening heeft.