Gezamenlijke position paper rondetafelgesprek vrije artsenkeuze

Afgelopen maandag 5 december was er in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek vrije artsenkeuze. NIP, NVP, NVvP en P3NL hebben voorafgaand een gezamenlijk position paper opgesteld.

NIP, NVP, NVvP en P3NL hebben in dit position paper hun visie gegeven op het belang van behoud van de vrije artsenkeuze. Daarbij is aangegeven dat de mogelijkheid om zelf een behandelaar te kiezen een recht is en essentieel voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Hierbij zijn vier punten ingebracht:

  • Een kleine verlaging van de vergoeding voor patiënten binnen de ggz is vaak al een (financiële) hinderpaal om in behandeling te gaan bij een ongecontracteerde behandelaar.
  • Er zijn hele verkeerde aannames over ongecontracteerde zorgaanbieders. De framing dat ongecontracteerde zorg ondoelmatige en minder goede zorg verlenen is, klopt niet. De kwaliteit hangt immers niet af van contractering, maar is geborgd onder meer bij het kwaliteitsstatuut, (herregistratie vanuit) de wet BIG en kwaliteitsnormen vanuit zorgkwaliteitsstandaarden en de beroepsverenigingen.
  • Uit diverse onderzoeken en projecten blijkt dat er nog heel veel te verbeteren valt in de contractering, zodat het een meer gelijkwaardig en wederkerig proces wordt.
  • Tenslotte wordt de noodzaak tot behoud van vrijgevestigde zorgaanbieders aangegeven, aangezien zij een uniek aanbod aan behandelingen bieden en daarbij komen met innovatieve behandelvormen.

Terugkoppeling rondetafelgesprek
Tijdens het gesprek in de Tweede Kamer presenteerden verschillende partijen hun mening over het behoud van de vrije artsenkeuze. Duidelijk werd dat partijen er ieder vanuit zijn of haar rol er anders in staat. Naast een blok ‘zorgverzekeraars en toezichthouders’ en een blok ‘Experts’ was er ook een blok ‘Aanbieders en cliënten’. Vanuit de ggz spraken onder andere MIND, LVVP en op persoonlijke titel een psychiater over de noodzaak tot het behoud van de vrije artsenkeuze.

De zorgaanbieders, professionals en cliëntengave gaven aan naast keuzevrijheid, meer gelijkwaardige contractering en grotere transparantie na te streven. De zorgverzekeraars gaven het belang van meer controle op de zorgaanbieders aan en wezen op het feit dat zij op deze manier de doelen rond passende zorg gerealiseerd willen zien.

Opmerkelijk was de rol van de toezichthouders (NZa en ACM). Zij wezen vooral op het risico op tweedeling in de zorg. De NZa stelde dat de zorgplicht bepalend is voor de vraag of het vergoedingspercentage voor ongecontracteerde zorg mag worden verlaagd. Als er geen passend alternatief binnen de treeknorm beschikbaar is, dan moet de verzekerde ook bij ongecontracteerde zorg 100% vergoed krijgen.

Oplossingen werden er in het gesprek niet geboden, maar duidelijk werd dat de zorgcontractering voor cliënten en (veel) zorgaanbieders te complex en onvoldoende transparant is. Daarbij werd de oproep gedaan aan de politiek om in de discussie zich ook te baseren op cijfers en feiten en niet alleen zich te baseren op de scenario’s van de zorgverzekeraars.

Meer lezen? Graag verwijzen we u naar ons gezamenlijke position paper, de individuele position papers van deelnemende partijen en het uitgebreide verslag van het rondetafelgesprek.

Vervolg
De beroepsverenigingen blijven – ook in gesprekken rond het IZA – zich gezamenlijk hard maken voor het behoud van de vrije artsenkeuze, waarbij een eerlijk, objectief verhaal de basis is. Wij houden u op de hoogte van de voortgang.