VERSLAVING - OORZAKEN

Er is niet één oorzaak voor het ontstaan of het blijven bestaan van een verslaving. Biologische, psychische en sociale factoren spelen daarbij een eigen, wisselende rol.

Biologische factoren
Niet iedereen raakt verslaafd. Men moet lang genoeg het middel genomen hebben voordat de ‘verslavingsknop’ in de hersenen om gaat. Hoeveel tijd daarvoor nodig is, hangt af van het middel en van de gebruiker.

Hersenen veranderen op een gegeven moment door drank of drugs. Een onderdeel van de hersenen is het beloningscentrum: dat beloont gedrag dat het voortbestaan van soort of individu aanmoedigt. Genotmiddelen beïnvloeden dat beloningscentrum op een prettige manier. Zo wordt het beloningscentrum in de hersenen bijvoorbeeld geprikkeld bij een seksueel orgasme of lekker eten. Drugs of drank werken sterker in op het beloningscentrum dan natuurlijke prikkels, zeker als iemand verslaafd is geraakt. Dan hebben de hersenen het verslavende middel nodig om normaal te kunnen functioneren; men kan niet meer zonder.

Door een verslaving kunnen hersenen zó sterk veranderen dat ze, zelfs als iemand probeert te stoppen, toch weer een terugval veroorzaken. Wanneer een verslaafde stopt met drank of drugs krijgt hij ontwenningsverschijnselen. Zo’n afkickperiode duurt enkele dagen tot een paar weken. Daarna lijkt het alsof hersenen en lichaam weer met elkaar in balans komen. Toch kan een ex-gebruiker (soms totaal onverwacht) weer terugvallen in de verslaving en opnieuw gaan gebruiken. Hij krijgt last van een sterk verlangen naar het middel en soms zelfs weer afkickverschijnselen. En dat terwijl hij maanden niet heeft gebruikt! Dit komt dus doordat de hersenen zo sterk veranderd zijn door de eerdere verslaving.

Psychische factoren
Psychische problemen maken iemand kwetsbaarder voor een verslaving. Zo kunnen mensen die last hebben van angsten of een depressie, zich net even lekkerder voelen als ze een glas alcohol drinken of wat drugs gebruiken. Helaas kunnen mensen daar niet alleen verslaafd van worden, het kan ook de psychische problemen erger maken.

Stress, verveling en zaken die aan drinken of gebruiken doen denken, kunnen een terugval uitlokken. Dat kan ook gebeuren als iemand al een lange tijd niet meer heeft gebruikt of gedronken.

Sociale factoren
De situatie of omgeving zoals het gezin of de werkplek kan het gebruik van middelen sterk beïnvloeden.

Kinderen die verslaafde ouders hebben, lopen zelf ook meer gevaar om te veel middelen te gaan gebruiken.

Jongeren willen graag bij populaire leeftijdgenoten horen. Ze doen dan sneller anderen na, en kunnen daardoor ook te veel middelen gaan gebruiken.