Voor de update van de vorige richtlijn Angststoornissen (uit 2013) zijn 13 hoofdstukken herzien of ontwikkeld.
Een van de belangrijkste wijzigingen is het advies om altijd als eerste stap in de behandeling bij angst- en dwangklachten een niet medicamenteuze behandeling in te zetten, omdat antidepressiva vaak minder goede effecten hebben op de lange termijn vergeleken met cognitieve gedragstherapie (CGT). Medicatiebehandeling wordt alleen geadviseerd bij een non-respons, ook in het geval van een lange wachttijd voor CGT.
Een andere grote wijziging is de toevoeging van een aantal hoofdstukken. Een hoofdstuk is toegevoegd over het gebruik van EMDR-therapie in de behandeling van mensen met angst- of dwangstoornissen. Daarnaast zijn er hoofdstukken toegevoegd over ‘Combinatiebehandeling’ en ‘Onderhoudsbehandeling’, met daarin een paragraaf over het staken van antidepressiva (geschreven in samenwerking met de richtlijncommissie Depressie). Er is een nieuw hoofdstuk ‘Neuromodulatie bij obsessieve-compulsieve stoornis’ opgenomen. Tot slot is er een hoofdstuk ‘Comorbiditeit’ beschreven, in samenwerking met de richtlijncommissie Depressie.
Ook heeft de richtlijncommissie onderzoeksvragen opgesteld over de effectiviteit van de verschillende vormen van aanbieden van CGT. Denk hierbij vooral aan CGT-behandelingen via internet of met virtual reality.
Posttraumatische stresstoornis (PTSS) is bij deze richtlijnherziening buiten beschouwing gelaten. PTSS wordt in een apart herzieningstraject herzien en gepubliceerd als nieuwe, separate richtlijn begin 2025.
De multidisciplinaire richtlijn Angst- en Dwangstoornissen beschrijft de diagnostiek en behandeling van mensen met een angst- of dwangstoornissen in elke levensfase: kinderen, volwassenen en ouderen. De richtlijn is bedoeld voor alle zorgverleners in de eerste, tweede of derde lijn in de geestelijke gezondheidszorg die betrokken zijn bij de zorg voor mensen met een angst- of dwangstoornis.
De werkgroep die de richtlijn ontwikkelde, bestond uit psychiaters, psychotherapeuten, psychologen, huisartsen, verpleegkundigen en ervaringsdeskundigen. Zij werden door de betrokken beroepsverenigingen en patiëntenverenigingen afgevaardigd. Vanuit de NVvP waren dat Ton van Balkom (werkgroep voorzitter), Neeltje Batelaan (vice-voorzitter), Gert-Jan Hendriks, Koen Schruers en Irene van Vliet. De werkgroep werd methodologisch, inhoudelijk en organisatorisch ondersteund door het Trimbos-instituut.
Bekijk de richtlijn in de Richtlijnendatabase