12 sep 2022

NVvP kritisch op Integraal Zorgakkoord

De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), de beroepsvereniging voor ruim 3.800 psychiaters, onderschrijft de grote lijn van het Integraal Zorg Akkoord (IZA) die moet leiden tot betere toegankelijkheid en kwaliteit van zorg, waaronder de ggz. Maar de NVvP heeft ook bezwaren, zoals tegen de inperking van vrije artsenkeuze, de eenzijdige visie op contractering, verplichte diensten en onvoldoende maatregelen om de administratielast te beperken. En de psychiaters willen meer grip op de uitwerking van het akkoord.

Vooruitgang en bezwaren
De NVvP onderschrijft de beschreven doelen om kwaliteit en toegang tot zorg te vergroten, waarvoor ze met de Federatie Medisch Specialisten (FMS) heeft gepleit: vermindering van wachtlijsten, complexe patiënten sneller in zorg krijgen, vraag en aanbod regionaal (en landelijk) bij elkaar brengen, regie over kwaliteit en kwaliteitstransparantie bij de professional en de patiënt leggen, het werkplezier van de professionals vergroten, bureaucratie verminderen en domein overstijgende samenwerking in de regio faciliteren.
‘Maar’, stelt Niels Mulder, voorzitter van de NVvP: ‘we zien ook knelpunten en tegenstrijdigheden in het IZA, die negatief kunnen uitpakken voor onze leden en hun patiënten en dan juist niet helpen om gestelde doelen te verwezenlijken. Die moeten worden opgelost. En we willen een actieve rol om te komen tot een goede uitwerking.’

De NVvP ziet de volgende knelpunten en bezwaren:

Inperking keuzevrijheid
Het IZA geeft de zorgverzekeraar meer invloed en bemoeilijkt ongecontracteerd werken: de vergoeding voor aanbieders zonder contract wordt verlaagd en de patiënt moet het verschil betalen. De keuzevrijheid van de patiënt, cruciaal voor de behandelrelatie, wordt daarmee fors beperkt. Net als patiëntenkoepel MIND en de beroepsvereniging van psychologen, het NIP, vindt de NVvP dit problematisch, niet bijdragen aan betere zorg en het aanbod onnodig beperken. Kleine aanbieders willen soms geen contract, ze moeten voorwaarden zonder meer accepteren zonder gesprek met de zorgverzekeraars. Maar de conclusie van het recente rapport van de Landelijke Werkgroep Stimuleren Contractering is dat er geen verband is tussen contractering en doelmatigheid van zorg. Druk om het aantal contracten te vergroten draagt dus niet bij aan zorgkwaliteit.

Administratieve lasten niet verminderd
Nu kost administratie de zorgprofessional gemiddeld een derde van de tijd, die beter besteed kan worden aan zorg of kwaliteitsverbetering. Maar voor het verminderen van administratieve lasten, één van de belangrijkste uitwegen naar betaalbare zorg en meer werkplezier, biedt het IZA geen nieuwe aanpak en onvoldoende concrete handvatten. De NVvP vindt dat een gemiste kans en ziet met zorg dat er zelfs een risico is op extra administratie, zoals bij de invoering van regioplannen om vraag en aanbod in beeld te brengen.

Verplichting? 
Verplicht dienstdoen is voor de beroepsvereniging onacceptabel. Er staan in het akkoord nu tegenstrijdigheden en onduidelijkheden over de verplichting voor alle psychiaters om dienst te doen. Dat vindt de NVvP risicovol.

Teveel vertrouwen in onbewezen middelen
Het IZA stelt veel vertrouwen in middelen, waarvan nog onvoldoende is bewezen óf ze werkelijk effectief zijn, wanneer en voor wie, zoals het verkennend gesprek, de zelfregiecentra en vormen van e-health. De NVvP vindt het prematuur ze als dé oplossing te presenteren, ook al hebben ze potentie.

Misvatting rond zorg door zelfstandige aanbieders 
In de werkagenda worden de termen ‘monodisciplinair’ en ‘lichte zorg’ onterecht door elkaar gebruikt. Door deze misvatting staat nu dat de invoering van e-health gestart wordt bij de lichte zorg, waaronder de zelfstandige aanbieders. Dat is ongepast omdat de zelfstandig gevestigde psychiater complexe zorg verleent. 

Uitwerking. IZA moet professionals serieus nemen
In de voorbereiding van het IZA hadden ggz-professionals, net als verpleegkundigen en psychologen geen rechtstreekse vertegenwoordiging in de IZA onderhandelingen. Vooralsnog hebben zij ook bij de uitwerking een te marginale positie. ‘Dat moet anders’, vindt Niels Mulder: ‘De ambitie om lokaal en regionaal beter samen te werken, over bestaande schotten heen en met de patiënt, kan alleen slagen als ggz-professionals en patiënten(vertegenwoordigers) actief betrokken worden bij de uitwerking.’

We zijn er nog niet
Niels Mulder: 'Wij realiseren ons dat de maatschappelijke opgave voor de sector enorm is en er scherpe keuzes gemaakt moeten worden. We waarderen het dat veel partijen in korte tijd een gezamenlijke agenda hebben opgesteld en delen de richting maar er moet nog veel gebeuren. Wij zien randvoorwaarden die nog geborgd moeten worden en oplossingen die moeten worden bijgesteld: Zo moeten de beperking van vrije artsenkeuze, de eenzijdige invalshoek van contractering en het misverstand over de ZGP herzien worden. Ook moet administratie niet meer maar minder worden en de autonomie en de inspraak van professionals groter en niet kleiner. De voorgestelde oplossingen hebben alleen kans van slagen als de uitvoerende professionals een belangrijke rol krijgen in de uitwerking. Wij zullen de uitwerking van de voorgestelde werkagenda kritisch volgen, de door ons gesignaleerde knelpunten blijven adresseren en willen graag actief mee vormgeven aan de best mogelijke kwalitatief goede en toegankelijke zorg voor iedereen.'