07 april 2021

Campagne – Dit is een kind en geen tolk

Minister van Ark van Medische Zorg en Sport zette zwart op wit in antwoord op vragen van radiojournalisten van Human/VPRO: “Het is onwenselijk om minderjarigen in te zetten als tolk.”.[1] In de praktijk gebeurt dat echter dagelijks, overal in Nederland, met ernstige psychische gevolgen voor het kind.

[1] Human/VPRO Argos, Spraakverwarring in de spreekkamer, 6 februari 2021
kind - tolk

Daarom lanceren de Johannes Wier Stichting voor gezondheidszorg en mensenrechten, AJN Jeugdartsen Nederland en de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie op 7 april, Wereldgezondheidsdag, een postercampagne die zorgprofessionals oproept een einde te maken aan deze praktijk. Want een tolk heb je vaak hard nodig, maar een kind moet je nooit laten tolken.

Jeugdarts Petra de Jong, bestuurslid van de JWS, wordt vaak geconfronteerd met kinderen die lijden onder die tolkenrol die ze voor hun ouders vervullen. “Een kind wil zijn ouders graag helpen, en zal dus niet snel uit zichzelf die rol weigeren. Tegelijk heeft een kind de angst dat hij de vaktaal niet begrijpt, dus tekortschiet. En hij hoort dingen die niet voor zijn oren bestemd zijn. Die omdraaiing van de verantwoordelijkheid tussen ouder en kind, die beschadigt het kind enorm. Daar groeit een kind niet zomaar overheen. En laten we ook niet vergeten dat dat kind op dat moment iets fundamenteels mist, namelijk school.”

Forugh Karimi, psychiater en voorzitter afdeling Transculturele Psychiatrie van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) stelt: “We weten als psychiaters uit de praktijk wat voor mentale schade het kinderen berokkent als ze moeten tolken voor ouders, tot ver in hun latere leven. Het is slecht voor hun ontwikkeling als kinderen de rol van de ouder overnemen (parentificatie) en daardoor hun eigen emoties op de tweede plek zetten. We moeten dat niet toestaan. Deze kinderen moeten kunnen opgroeien als alle kinderen en niet belast worden met de tolkvraag. Bovendien verdienen de ouders een professionele tolk om hun gezondheidsklachten te verwoorden en zo gelijke toegang tot zorg te hebben."

Buiten deze evidente bezwaren van psychische belasting en schoolverzuim zijn er, zoals de minister ook schreef in antwoord op de Kamervragen, nog andere “voor de hand liggende redenen” om een kind niet te laten tolken. Zo heeft elke zorgverlener de wettelijke plicht goede zorg te verlenen, en is de WGBO in januari 2020 nog aangescherpt met de verplichting met patiënten te overleggen en ze uit te nodigen vragen te stellen.[1] Bij een taalbarrière kan een tolk hierbij onontbeerlijk zijn. Een tolk heeft een vakbekwaamheid die van geen enkele welwillende kennis of verwante verwacht kan worden, laat staan van een kind.

Minister Van Ark is er ondubbelzinnig over: Zorgverleners moeten professionele tolken inschakelen als dit “noodzakelijk is om goede zorg te kunnen verlenen” omdat anders “de kwaliteit van zorg in het geding kan komen.”[2]. De Johannes Wier Stichting beschouwt dit standpunt van VWS van groot belang, in het licht van zijn campagne Tolken terug in de zorg alstublieft, die in 2019 van start is gegaan met een openbare oproep, gesteund door de Patiëntenfederatie Nederland, beroepsorganisaties als de KNMG, Pharos, CNV Zorg en Welzijn en door tientallen hoogleraren, psychiaters, en andere zorgverleners. Het standpunt is er, nu moet de financiering nog goed worden geregeld.  

Meehelpen?

Als je www.tolkenterugindezorgalstublieft.nl intikt, vind je

  • een persoonlijke oproep van jeugdarts Petra de Jong aan zorgverleners om geen kinderen als tolk te accepteren,
  • drie posters om te downloaden en zo ook collega’s te attenderen
  • een gebruiksaanwijzing Zo schakelt u een tolk in,
  • de geschiedenis van onze campagne in een notendop.

 

Fotografie Claudia Kamergorodski / Tekst Marieke de Ridder / Ontwerp Piet van Os 

 

[1] KNMG, Toelichting wijzigingen in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
[2] Antwoorden van Minister Van Ark op Kamervragen d.d. 1 februari 2021