Bestuurlijk akkoord

De minister van VWS heeft op 6 februari 2015 het Bestuurlijk Akkoord, zoals hieronder nader toegelicht, opgezegd. De minister neemt het de akkoordpartijen kwalijk dat zij zich vooraf de Eerste Kamerbehandeling eind 2014 ‘tegen’ wijziging van artikel 13 uitten en is van mening dat met het niet doorgaan van het wetsvoorstel het akkoord niet meer kan worden uitgevoerd. Het is momenteel nog niet helemaal duidelijk wat het beëindigen van het akkoord precies betekent voor allerlei lopende akkoord-projecten en programma’s. De NVvP beraadt zich samen met de andere partijen op de nu ontstane situatie.

In 2010/2011 heeft de minister van VWS met branche- en beroepsverenigingen (waaronder de NVvP), zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiënten- en familieorganisaties een gezamenlijke inhoudelijke agenda opgesteld, die ervoor moet zorgen dat de ggz in de toekomst kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar blijft. Dit heeft geresulteerd in het 'Bestuurlijk Akkoord Toekomst ggz'.

Uitgangspunt is dat de zorg rond de patiënt wordt georganiseerd, en niet de patiënt rond de zorg. Om tot goede samenhangende ggz zorg te komen hebben de partijen gekeken naar de inrichting van deze zorg. Daarbij kenmerkt de huisartsenzorg zich door een sterke poort waarin patiënten met psychische klachten adequaat worden herkend, behandeld of waar nodig verwezen naar de ondersteuning ggz, zorgverleners in de Generalistische Basis GGZ of Gespecialiseerde GGZ (en Topzorg). Hierbij is het streven om minder complexe zorg uit de huidige tweede lijn, te verplaatsen naar de Generalistische Basis GGZ.

Zie gerelateerde onderwerpen voor meer onderwerpen in het Bestuurlijk Akkoord.