28 mei 2015

'Regiebehandelaarschap biedt kansen: inhoud en kwaliteit weer leidend in plaats van bekostiging'

Op 18 mei jl. bracht de commissie Meurs het adviesrapport “Hoofdbehandelaarschap GGZ als Noodgreep” uit. Het advies is een voorlopige uitkomst van een langdurig proces, waarin branche- en beroepsverenigingen in de ggz zochten naar overeenstemming over hoofdbehandelaarschap. Wat vindt de NVvP van het advies?

Ontkoppeling tussen bekostiging en verantwoordelijkheidsverdeling
Wij onderschrijven hartgrondig de constatering van de commissie dat de koppeling tussen financiële verantwoording en hoofdbehandelaarschap onjuist is en tot onwenselijke effecten in de praktijk heeft geleid. Het is van groot belang dat verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg gebaseerd is op een inhoudelijk model. Het advies van de commissie Meurs biedt hier goede handvatten voor.

Psychiater veelal regiebehandelaar in sGGZ
De regiebehandelaar komt overeen met de uitleg die de NVvP altijd heeft gegeven over hoofdbehandelaarschap, waarbij verantwoordelijkheid voor de integraliteit van de behandeling expliciet wordt genoemd. De commissie heeft de verantwoordelijkheden van de regiebehandelaar zodanig zwaar aangezet dat in de specialistische ggz veelal de psychiater (en eventueel een andere medisch specialist of de klinisch psycholoog) de aangewezen regiebehandelaar zal zijn. Daarnaast is de positie van de psychiater bij diagnostiek geborgd en kan de patiënt in de specialistische ggz altijd verzoeken om een consultatie van de psychiater. Als de psychiater regiebehandelaar is, dan kan er, gezien deze verantwoordelijkheden, ook geen sprake zijn van een caseload van vele honderden patiënten, noch van een administratief hoofdbehandelaarschap met slechts een jaarlijks kwartiertje direct contact met de patient. Dat zou een goede ontwikkeling zijn om bij een complexe patiëntengroep de psychiater weer in de lead te laten zijn. Tegelijkertijd geeft de omschrijving van het regiebehandelaarschap ruimte om in bepaalde fasen van de behandeling delen van de behandeling bij andere medebehandelaars te beleggen. In de opvatting van de NVvP moet in het kwaliteitsstatuut zijn vastgelegd wanneer de regiebehandelaar door medebehandelaars actief moet worden betrokken.

Tuchtrechtelijke inbedding
De NVvP heeft bij de commissie haar zorgen geuit over de tuchtrechtelijke inbedding van dit advies. De commissie heeft in dit rapport een heldere paragraaf toegevoegd waarin wordt ingegaan op hoe het advies door het tuchtcollege kan worden toegepast. Daarin spreekt de commissie de verwachting uit dat de tuchtrechter bij de beoordeling van klachten zich zal laten leiden door het kwaliteitsstatuut. Individuele behandelaars en ook de regiebehandelaar hebben dan in twee situaties te vrezen voor tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. Namelijk als hun bijdrage aan de behandeling onder de maat is en als het ontbreekt aan goede afspraken over taak- en verantwoordelijkheidsverdeling. Dit impliceert dat een goed kwaliteitsstatuut in het belang van de veilige en verantwoorde beroepsuitoefening van de psychiater is.

Afwijzing SPV als regiebehandelaar
Op een aantal punten zijn we ook kritisch. De optie van de sociaal psychiatrisch verpleegkundige (spv) als regiebehandelaar in de specialistische ggz (op grond van werkervaring) begrijpen wij niet, gezien de eisen die de commissie zelf stelt aan de regiebehandelaar in combinatie met de complexiteit van de problematiek en wijzen wij dan ook af. De minister van VWS ziet op dit punt ook bezwaren omdat in de BIG-registratie geen onderscheid wordt gemaakt tussen een verpleegkundige en een spv. Daarnaast had het onze voorkeur om geen nieuwe termen te introduceren (regiebehandelaar en kwaliteitsstatuut), maar om de bestaande concepten hoofdbehandelaar en professioneel statuut te verrijken, tevens om niet weer een status apartus voor de psychiatrie te creëren. Ons inziens is dit echter onvoldoende reden om het advies af te wijzen.

Vraagtekens bij afsprakenovereenkomst zgp
Bij zelfstandig gevestigde professionals speelt regiebehandelaarschap in multidisciplinair verband minder een rol, omdat de functies van de regiebehandelaar daarmee al in één behandelaar zijn verenigd. Wel benadrukt de commissie dat samenwerkingsafspraken nodig zijn om, waar nodig, zogenaamde 'verticale regie' tussen de verschillende echelons te realiseren. Daarbij dringt zij erop aan de afspraken vast te leggen in een overeenkomst. De NVvP heeft ten aanzien van de uitvoering van dit onderdeel wel vraagtekens gezet bij de juridische mogelijkheden en haalbaarheid. De bestaande veldnormen van de zelfstandige gevestigde psychiaters voorzien reeds in afspraken over bereikbaarheid en afspraken over opvang van crisissituaties. Ook deelname aan kwaliteitsvisitatie en intervisie zijn inherent onderdeel van de normen van de beroepsgroep t.a.v. professionele kwaliteit. 

Toets op gezondheidszorgbrede toepasbaarheid
De commissie Meurs stelt dat haar advies niet alleen de ggz betreft, maar in potentie breed toepasbaar is in de gehele gezondheidszorg. Voor de NVvP is de toets hierop van groot belang om te voorkomen dat de ggz te veel apart komt te staan van de andere medische specialismen. De Federatie Medisch Specialisten steunt de reactie van de NVvP op het advies van de commissie Meurs. Het onderwerp wordt op de eerstvolgende bijeenkomst van de Raad Beroepsbelangen van de Federatie Medisch Specialisten breed besproken met vertegenwoordigers van de andere Wetenschappelijke Verenigingen.