DWANGSTOORNIS - OORZAKEN

Let op: Deze pagina's bevatten verouderde informatie. De NVvP werkt momenteel aan nieuwe content.


Er is niet duidelijk één oorzaak van de dwangstoornis te geven. Waarschijnlijk ontstaan de klachten door een combinatie van factoren. De opvoeding is waarschijnlijk bij de meeste patiënten géén oorzaak. En een dwangstoornis ontstaat niet door het gebruik van cafeïne, alcohol en/of drugs.

Erfelijkheid
Uit onderzoeken weten we dat erfelijkheid een rol speelt bij het ontstaan. Dat geldt vooral wanneer dwang al ontstaat in de kindertijd. Kinderen van een ouder met een dwangstoornis hebben een verhoogde kans om zelf ook een dwangstoornis te krijgen.
Als een dwangstoornis als is begonnen in de kindertijd, is er vaak een overlap met klachten van tics, zoals bij de ziekte van Gilles de la Tourette. Bij deze groep is er vaak niet duidelijk waarom de dwangstoornis ontstaat.

Omgevingsfactoren
Ook omgevingsfactoren spelen een rol. Wanneer de dwangstoornis op oudere leeftijd ontstaat is dit vaak na een ingrijpende levensgebeurtenis of na stress. U kunt bijvoorbeeld een lichamelijke ziekte hebben gekregen, zijn bevallen, zijn verhuisd of ander werk hebben gekregen. Het gaat meestal om gebeurtenissen waardoor u meer verantwoordelijkheid heeft gekregen, waar u zich onzeker van kan gaan voelen. Om meer grip op de situatie te krijgen kunt u allerlei gedrag gaan herhalen, wat kan overgaan in een dwangstoornis.

Lichamelijke factoren
In zeldzame gevallen ontstaat de dwangstoornis na een hersenaandoening. In de kindertijd kan dat een ernstige keelinfectie zijn met bepaalde bacteriën, waardoor het functioneren van bepaalde delen van de hersenen niet goed meer in evenwicht is. Soms kan de dwangstoornis ontstaan na een hersenbloeding, een hersengezwel of een ernstige hersenkneuzing.

Wat gebeurt er bij een dwangstoornis in de hersenen?
Bij mensen met een dwangstoornis is veel onderzoek gedaan naar de functie van de hersenen. Daaruit blijkt dat bij een dwangstoornis bepaalde delen van de hersenen actiever en andere delen minder actief zijn dan zou moeten. Sterk vereenvoudigd gezegd: de remfunctie van bepaalde hersengebieden op gedachten en handelingen bij patiënten met een dwangstoornis werkt minder goed. Hierdoor hebben deze mensen bijvoorbeeld aan éénmaal controleren van het slot niet voldoende om een goed gevoel te hebben dat de deur echt op slot zit.

Serotonine en dopamine zijn twee stoffen die zorgen voor een goede overdracht van boodschappen tussen de verschillende hersengebieden. Bij de dwangstoornis kunnen deze stoffen ‘uit balans’ zijn. Met een goede behandeling kunnen de dwangverschijnselen afnemen en wordt de balans in de hersenen weer hersteld. Dit gebeurt zowel bij behandeling met medicijnen als met cognitieve gedragstherapie. Uit biologisch onderzoek blijkt dat beide vormen van behandeling de eerder genoemde overactiviteit van sommige hersengebieden kunnen verminderen.